GRAINDELAVOIX IN UTRECHT
Friday 02.09.2022 Cloud Nine TivoliVredenburg / Utrecht 20.00 Van Eyck Diagrams - Film screening with an introduction by Björn Schmelzer
Saturday 03.09.2022 Janskerk / Utrecht 15.00 Ornament und Verbrechen I - Lecture Performance 'Plasticity of the Nymphs'24.00 Josquin the Undead - Concert
Sunday 04.09.2022 Janskerk / Utrecht 15.00 Ornament und Verbrechen II - Lecture Performance 'Squeezing out the Score'
VAN EYCK DIAGRAMS
The Legacy of Gerard Van den Acker, Art Historian
Through the years, Graindelavoix's new films have been screened at the Utrecht Festival, think of OSSUAIRES in the Dom in 2012 and OUTLANDISH in the Janskerk in 2018. VAN EYCK DIAGRAMS holds the middle between a Van Eyck documentary, a road movie, a whodunnit and a black comedy.The film is a salute to the life and work of their faithful friend and art historian Gerard Van den Acker, whose untimely death brought an abrupt end to a promising and startling Van Eyck research. Apart from being a tribute to Van Eyck's universe and his visionary interprete, the feature film is also an artistic response to the corona crisis and an evocation of the artists' struggle to be heard, seen and understood.While the graindelavoix-leader becomes entangled in the most absurd situations, while wandering through Europe to defend his case, the singers work on their repertoire unconcerned and nostalgically musing: Dufay, Binchois and stunning ars subtilior chansons by Senleches and Solage about 'merveilles and bizarre bestiaries...After screenings in Hannover (KunstFestSpiele Herrenhausen), Ghent (De Bijloke), Antwerp (De Cinema) and Warsaw (New Epiphanies Festival), now also at the Early Music Festival in Utrecht.
De films van Graindelavoix kregen steevast een plek in Utrecht, denk maar aan OSSUAIRES in de Dom in 2012 en OUTLANDISH in de Janskerk in 2018. VAN EYCK DIAGRAMS houdt het midden tussen een Van Eyck documentaire, een road-movie, een whodunnit en een zwarte komedie!De film is een eresaluut aan het leven en werk van hun trouwe vriend en kunsthistoricus Gerard Van den Acker, wiens vroegtijdige dood abrupt een einde maakte aan een beloftevol en opzienbarend Van Eyck-onderzoek.Naast een hommage aan het universum van Van Eyck en een hulde aan zijn visionaire interpreet, is de film ook een artistiek antwoord op de coronacrisis en een evocatie van de strijd die kunstenaars moeten leveren om gehoord, gezien en begrepen te worden. Terwijl de Graindelavoix-kopman radeloos verstrikt geraakt in de meest absurde situaties, zwervend door Europa om de zaken op te lossen, werken de zangers onbekommerd en nostalgisch mijmerend aan hun repertoire: Dufay, Binchois en verbluffende ars subtilior chansons van Senleches en Solage over 'merveilles' en bizarre bestiaires...Na vertoningen in Hannover (KunstFestSpiele Herrenhausen), Gent (De Bijloke), Antwerpen (De Cinema) en Warsaw (New Epiphanies Festival), nu ook op het Oude Muziek Festival in Utrecht.
- - -
Written, directed and edited by Björn Schmelzer
Margarida Garcia, Co-Director
With Alain Franco, Andrew Hallock, Albert Riera, Marius Peterson, Arnout Malfliet, Marlies De Munck, Bert Timmermans, Timothy Foubert, Paul Robbrecht, Babucarr Joof, Jana De Lange, Lisa Roelands, Sophie Hellemans, Peter Malfliet, Dauwe Bogaerts, Cas Ezzy, Sasha Lima, Manuel Mota, David Maranha, Margarida Garcia & Björn Schmelzer
Felipe Pipi, Director of Photography
Olivier Blanc, Anton Vodenitcharov & Alex Fostier, Sound
music performed by Graindelavoix
Willem Van Vooren & Katrijn Degans, Production
In coproduction with Music Centre De Bijloke Ghent and KunstFestSpiele Herrenhausen with the support of the City of Ghent and Flemish Community.
"Bronnen zat voor deze filosofische roadmovie: complottheorieën (...), Borgesiaanse mystificaties, zelfs een licht-hilarische variant van de film noir. Naast lichtvoetigheid krijg je ook een overvloed geserveerd aan talking heads, en dat van niet-professionele acteurs (...) Schmelzer bracht een prachtverzameling fragmenten bijeen, onversneden meerstemmigheid van Guillaume Dufay en Gilles Binchois, maar ook dat van minder bekende meesters als Matteo da Perugia of Jacob Senleches. Tussen de gotische gewelven bloeien de sobere stemmen helemaal open."
"Plenty of sources for this philosophical road movie: conspiracy theories (...), Borgesian mystifications, even a slightly hilarious variant of the film noir. In addition to light-heartedness, you are also served an abundance of talking heads, and that of non-professional actors. (...) Schmelzer brought together a wonderful collection of fragments, unadulterated polyphony by Guillaume Dufay and Gilles Binchois, but also by lesser-known masters such as Matteo de Perugia or Jacob Senleches. The sober voices blossom between the Gothic vaults."
Geert Van der Speeten in De Standaard
ORNAMENT UND VERBRECHEN
Two lecture-performance sessions with the musicians of Graindelavoix and Björn Schmelzer
Ornament is crime, claimed the Viennese architect Adolf Loos in his famous modernist pamphlet. With this he wanted to expose the bad taste of his contemporaries, who preferred to lose themselves in kitschy mediocrity rather than converting to functional modernism stripped of all unnecessary frills.This mediocrity was also mainly reflected in the lavish ornamentation of useless objects that had to mask their defective functionality. Things are a bit more complicated in the performance of polyphony: Graindelavoix's performance practice is not appreciated by all connoisseurs and aficionados of early music, because of its supposedly overly subjective and ornamental approach.However is this not exactly what Luigi Zenobi called the “simple form” (canto schietto) at the end of the 16th century: singing without diminuations or passaggi, but of course “con gratia, trillo, tremolo, ondeggiamento, et esclamatione.” Add to this the constant changes of tempo, internal rubati, wave movements, color changes, playing out the fragility and limits of the voice, and one understands what Schmelzer calls the plastic approach to polyphony.It is precisely this plasticity of the polyphonic texture (the bending, breaking down, removing and hollowing out of the musical lines) that often causes fear, distress and discomfort, but on the other hand also guarantees an extremely personal, moving and equally trans-historical experience.
In two work sessions with the allure of a lecture performance, Björn Schmelzer and his musicians want to initiate the listener into the secrets of Graindelavoix's performance aesthetics.
In the first session (03/09), Nymphes des Bois, the famous lamentation by Josquin Desprez for the death of Johannes Ockeghem is the starting point. How does the ensemble arrive at its extremely plastic performance of this paradigmatic lament?In the second session (04/09), the theological concept of kenosis (emptying out) and the iconographic image of the “mystical wine press” are invoked to reach an interpretation in which the musical substance of the score is transformed into an extremely subjective performance…
Twee lecture-performance sessies met de muzikanten van Graindelavoix en Björn Schmelzer
Ornament is misdaad, beweerde de Weense architect Adolf Loos in zijn beroemde modernistische pamflet. Daarmee wilde hij de slechte smaak van zijn tijdgenoten aan de kaak stellen die zich liever verloren in kitscherige middelmatigheid dan zich te bekeren tot het van alle nodeloze franjes gestripte functionele modernisme. Die middelmatigheid weerspiegelde zich ook in de overdadige ornamentatie van nutteloze objecten die hun gebrekkige functionaliteit moesten maskeren.Bij de uitvoering van polyfonie liggen de dingen iets ingewikkelder: de uitvoeringspraktijk van Graindelavoix wordt niet door alle kenners en liefhebbers van oude muziek gesmaakt en wel omwille van de zogenaamd al te subjectieve en ornamentele aanpak.Is dat nochtans niet net wat Luigi Zenobi op het einde van de 16de eeuw de “eenvoudige vorm” (canto schietto) noemde: het zingen zonder diminuties of passaggi, maar uiteraard wel “con gratia, trillo, tremolo, ondeggiamento, et esclamatione.” Reken daarbij nog de voortdurende tempowisselingen, interne rubati, golfbewegingen, kleurveranderingen, het uitspelen van de fragiliteit en de limieten van de stem, en men begrijpt wat Schmelzer de plastische aanpak van polyfonie noemt. Het is net die plasticiteit van de polyfone textuur (het ombuigen, afbreken, weghalen en uithollen van de muzikale lijnen) die soms voor angst, benauwdheid en onwennigheid zorgt, maar anderzijds ook garant staat voor een uitermate persoonlijke, ontroerende en tegelijk trans-historische ervaring.
In twee werksessies met de allure van een lecture performance wil Björn Schmelzer samen met zijn musici de luisteraar inwijden in de geheimen van de uitvoeringsesthetiek van Graindelavoix.
In de eerste sessie (03/09) is de beroemde lamentatie Nymphes des Bois van Josquin Desprez voor de dood van Johannes Ockeghem het vertrekpunt. Hoe komt het gezelschap tot zijn uitermate plastische uitvoering van deze paradigmatische klaagzang?In de tweede sessie (04/09) wordt het theologische concept van kenosis (ontlediging) en het iconografische beeld van de “mystieke wijnpers” ingezet om te komen tot een interpretatie waarbij de muzikale substantie van de partituur wordt uitmondt in een uitermate subjectieve uitvoering…
JOSQUIN, THE UNDEAD AT MIDNIGHT
Laments, Deplorations and Dances of Death
In 1540, almost 20 years after the death of Josquin Desprez, the German publisher Georg Forster wrote mockingly that he heard from an illustrious person that Josquin composed more works after his death than during his life. This joke stresses the extreme proliferation of posthumous fake Josquin compositions articulating the legendary status of the composer.Immortality seems to be anticipated by Josquin himself in his late style, be it in the guise of its much darker counterpart, featuring an extreme musical repetition compulsion, making movement and dynamic emerge out of the inertia and stickiness of the musical and poetic material itself.Graindelavoix’s latest program and CD is an exploration and mapping of this idea, based on the carefully chosen and organized selection of 5 and 6 Voice chansons in Tielman Susato’s Seventh chanson book. This book, printed in Antwerp in 1545 and including some impressive epitaphs for Josquin by other composers, can be regarded as the first commemoration of Josquin who died in 1521, a little more than 500 years ago.
In 1540, bijna 20 jaar na de dood van Josquin Desprez, schreef de Duitse uitgever Georg Forster schertsend dat hij een illuster iemand hoorde zeggen dat Josquin meer werken componeerde na zijn dood dan tijdens zijn leven. Deze grap wijst op de woeker aan postume Josquin vervalsingen en de legendarische status van de componist.Josquin zelf heeft op die onsterfelijkheid geanticipeerd in zijn late stijl (zij het vermomd als haar duistere tegenhanger) die wordt gekenmerkt door een haast compulsieve herhalingsdrift die beweging en dynamiek genereert uit de inertie en kleverigheid van het muzikale en poëtische materiaal zelf.De laatste release van Graindelavoix exploreert deze idee verder met als uitgangspunt de zorgvuldig samengestelde selectie 5- en 6-stemmige chansons in Tielman Susato’s Septiesme Livre. Dit in 1545 in Antwerpen gedrukte liedboek bevat naast werken van Josquin enkele indrukwekkende lamentaties voor de componist van jongere tijdgenoten en is de eerste echte herdenking van Josquin die in 1521 stierf, vorig jaar 500 jaar geleden.
with Andrew Hallock, Albert Riera, Andrés Miravete, Marius Peterson, Adrian Sîrbu, Tomàs Maxé, Arnout Malfliet (singers)
Floris De Rycker (lute), Philippe Malfeyt (cittern), Björn Schmelzer (art. dir.)